Bibliotheek

Het interview bestaat uit twee delen: een door de therapeut te scoren lijst waarmee de aard van de dwanghandelingen en inhoud van de dwanggedachten vastgesteld kunnen worden. De vragen beslaan diverse onderwerpen[1]. Ingevuld wordt of het gedrag in het heden of verleden voorkwam. Om de ernst van de dwangproblematiek vast te stellen is er een semigestructureerd interview. Op een vijfpuntsschaal worden voor respectievelijk de dwanggedachte en de dwanghandelingen de volgende parameters gescoord: de tijd die dwangklachten in beslag nemen, de verstoring van het dagelijks leven, de mate van angst en wanhoop, de mate van verzet, de mate van controle. De range van scores loopt van 0 tot 40. Een score van 16 wordt meestal als klinische cut-off score gehanteerd.

De CGI-BP vraagt naar de ernst van de manie, depressie en algehele bipolaire stoornis (schaal van ‘1 Normaal, niet ziek’ tot 7 ‘zeer ernstig ziek’), gecombineerd met verandering ten opzichte van de vorige beoordeling (schaal van ‘1 Zeer veel verbeterd’ tot 7 ‘zeer veel slechter’, met een niet van toepassing optie). De CGI-BP is de klinische beoordeling van de behandelaar over de stemming van de patiënt in de afgelopen week.

De scoring van items loopt van 0 ‘nooit tot 4 ‘(bijna) altijd’. Er bestaan ook twee verkorte varianten van de CORE-OM, namelijk de CORE-5 en de CORE-10, waarin respectievelijk 5 of 10 stellingen uit de CORE-OM worden voorgelegd.

De CORE-OM kent 4 subschalen (Welzijn, Problemen & symptomen, Functioneren, Risico), die worden uitgevraagd door 34 stellingen voor te leggen aan de patiënt met de vraag deze te scoren over de afgelopen week. De scoring van items loopt van 0 ‘nooit tot 4 ‘(bijna) altijd’. Er bestaan ook twee verkorte varianten van de CORE- 34, namelijk de CORE-5 en de CORE-10, waarin respectievelijk 5 of 10 stellingen uit de CORE-34 worden voorgelegd.

Naast het beoordelen van de 20 DSM-5 PTSS-symptomen bevat de CAPS-5 vragen gericht op het begin en de duur van de symptomen, subjectieve angst, impact van symptomen op sociaal en beroepsmatig functioneren, verbetering van symptomen sinds een eerdere CAPS-administratie, algemene responsvaliditeit, algemene PTSS-ernst, en specificaties voor het dissociatieve subtype (depersonalisatie en derealisatie). De CAPS is ontworpen om te worden afgenomen door clinici en klinische onderzoekers met een grondige kennis van PTSS, maar kan ook worden afgenomen door daarvoor opgeleide professionals.

De basisvragenlijst (vraag 1 t/m16)  is de vragenlijst die in 2020 is vastgesteld (zonder de achtergrondvariabelen), deze bestaat uit 4 schalen, 6 losse ervaringsvragen. De schalen: bejegening, samen beslissen, informatie behandeling en uitvoering behandeling. Om de CQi breder toepasbaar te maken, kan een deel van CQi zelf samengesteld worden. Hier is een aantal optionele thema’s en losse ervaringsvragen voor geformuleerd:  

• Voor de ambulante doelgroep zijn de optionele thema’s: empowerment, evalueren en directe omgeving. De optionele ervaringsvragen gaan over: wachttijdoverbrugging, eHealth, continuïteit en afronding behandeling.
• Voor klinische opname zijn de optionele thema’s: veiligheid, omgeving & omgang en daginvulling. De  optionele ervaringsvragen gaan over: het eten en de na/vervolgzorg. Voor de klinische doelgroep kunnen organisatie zelf thema’s of losse ervaringsvragen kiezen die voor hun organisatie of afdeling relevant zijn.

De vragen worden op een visueel analoge 5-puntsschaal beantwoord. De terugvraagperiode is de periode van behandeling en de patiënt zelf vult de vragenlijst in.

AKWA-CQi Vragenlijst 2024 versie 6.0 is in 2024 vastgesteld.

Voor de basisvragenlijst zijn vertalingen beschikbaar. Sinds 2021 een Turkse versie en sinds 2022 ook een Engelse en het Poolse versie. De achtergrondvragen 'over uzelf' hoeven niet langer gesteld te worden.

De lijst bestaat respectievelijk uit 42 en 21 vragen waarbij steeds een keuze gemaakt wordt uit vier antwoordmogelijkheden van “Helemaal niet of nooit van toepassing” (=0) tot “Zeer zeker of meestal van toepassing” (=3). Naast de totaalscore worden drie subschalen onderscheiden: depressie (DEP), Angst (ANG) en Stress (STR).